De Tour de France werd in 1903 geboren als een zeer succesvolle marketingstunt van een noodlijdende sportkrant. Dankzij het huwelijk tussen sport en commercie is de Tour stevig ingebed in de maatschappij en verbonden met het leven zelf. Deze kroniek beschrijft op verrassende wijze het levensverhaal van het sportspektakel.
Veel aandacht is er voor de strijd achter de schermen: de spanningen tussen de belangen van de renners, ploegen, sponsors, media, toeschouwers, wielerunie en Tourdirecteuren. De wisselwerking tussen deze partijen karakteriseert de levensloop wat resulteert in twaalf fases met kenmerkende thema's, bijvoorbeeld de ploegentucht, internationalisering en dopinggebruik.
Dit boek over de organisatie van het evenement is rijkelijk gevuld met de vele mythes en anekdotes die vaak te mooi blijken om waar te zijn, maar desondanks hun glans behouden. En uiteraard komt in dit levensverhaal het spannende koersverloop van alle edities aan bod. Alle Tourwinnaars hebben een verhaal; hun pech, opoffering, lijden en heldendom.
Beoorldeingen