RAM | STIER | TWEELINGEN | KREEFT | LEEUW | MAAGD |
babytijd | kindertijd | pubertijd | studententijd | samen wonen |
(zelf)onderzoek |
1967 (0 jaar) | 1973 (6 jaar) | 1979 (12 jaar) | 1985 (18 jaar) | 1991 (24 jaar) | 1997 (30 jaar) |
WEEGSCHAAL | SCHORPIOEN | BOOGSCHUTTER | STEENBOK | WATERMAN | VISSEN |
latrelatie | midlifecrisis | wedergeboorte | |||
2003 (36 jaar) | 2010 (43 jaar) | 2018 (51 jaar) | |||
Rond mijn achtentwintigste levensjaar ging ik mij openstellen voor de spiritualiteit. Ik verslond vele boeken, zelfs tijdens de tramrit op weg naar mijn werk zat ik te lezen. Vooral de astrologie en de tarot boeiden mij mateloos. Langzaam ging ik twijfelen aan mijn geloof in de wetenschap. Met mijn nuchtere en verstandelijke aard moest ik over een innerlijke drempel stappen. Want hoe kan het geboortetijdstip van invloed zijn op je karakter? En die tarotkaart die je trekt is toch louter toeval? Gaandeweg begon ik te beseffen dat wetenschap en spiritualiteit elkaar niet uitsluiten. Ze kunnen beiden waar zijn als twee aparte werelden met raakvlakken. Elke wereld heeft zijn eigen orde. Als taartpunten vormen ze onderdelen van het Grote Geheel.
Toen ik mij ging verdiepen in de astrologie begon ik met het bestuderen van mijn eigen horoscoop. Eindelijk las ik dat mijn negatieve karaktertrekken typisch waren voor vissen. Dit gaf mij steun. Vissen is één van de twaalf dierenriemtekens en is onmisbaar. Ik mocht er dus zijn!
Maar geleidelijk begon mij iets anders in de astrologie te intrigeren. Steeds meer ontdekte ik dat de dierenriemtekens bij uitstek geschikt zijn voor het vertellen van een levensverhaal. Het eerste teken ram geeft het startschot en het laatste teken vissen lost alles weer op in het goddelijke. Talloze malen is dit verhaal opgeschreven. Hier geef ik u mijn persoonlijke versie.
De ramfase (0-5 jaar) was mijn baby- en peutertijd. Hier heb ik weinig herinneringen meer aan. Het schijnt dat ik erg bozig was want ik wilde nooit lachen op foto’s. Tijdens een verjaardag vluchtte ik volgens mij ouders onder de tafel. Maar rond mijn ik zesde levensjaar begon ik toch nog te stralen en kreeg ik vriendjes en zelfs een vriendinnetje, maar al snel merkte ik dat mijn spontaniteit mij kwetsbaar maakte.
Om mezelf te beschermen sloot ik in de stierfase (6-11 jaar) mijn emoties op. Dit masker behoedde mij ervoor dat ik gepest werd, want ik was in potentie een makkelijk doelwit. In de derde klas begon ik te merken dat ik anders was maar wat dat was begreep ik nog niet. In een rapport van eerste klas had mijn juf geschreven bij het onderwerp zingen: ‘doet wel mee’. Ik was een braaf en verlegen kind dat een tijdje heeft gestotterd en laat zindelijk werd. Geïsoleerd leefde ik tot mijn zestiende in mijn eigen vissen-wereldje.
In de tweelingenfase werd ik puber (12-17 jaar); mijn tijd op het atheneum. Toen ik in de tweede klas verliefd werd op een jongen uit mijn klas was dat een schok. Ik wist absoluut niet hoe ik contact zou kunnen maken en daarnaast kon ik het onmogelijk vertellen zonder uit mijn veilige pantser te breken. Maar net zoals ik rond mijn zesde met een kinderlijke onbevangenheid vriendjes had gehad, zo besloot ik op mijn zestiende om aansluiting te zoeken bij mijn klasgenootjes en dat lukte verrassend goed. Ik had weer vrienden.
Op het eind van de tweelingenfase verliet ik het ouderlijk huis in Amsterdam en ging Bouwkunde studeren in Delft. Als kind wilde ik altijd architect worden en dus was Bouwkunde een logische keuze. Delft was mijn kreeftfase (18-23 jaar): mijn studententijd. Het eerste jaar was een beproeving. Aanvankelijk was ik blij dat ik niet meer mijn kamer hoefde te delen met mijn broer, maar de universiteit was massaal en na enkele maanden kwam ik erachter dat architectuur niet mijn passie was.
Wat nu? Een andere studie, maar wat? Ik wist het niet. Ik kon gewoon geen alternatieven bedenken. Ik woonde de eerste maanden zielsalleen in Den Haag en weer verhuizen naar een andere stad, een nieuwe studie beginnen was een te grote sprong in het diepe. Ik ging dus maar door in een vreemde omgeving en probeerde er maar het beste van te maken.
Het lukte me om een kamer te vinden in een studentenhuis in het centrum van Delft en in het tweede jaar werd ik lid van de studentenvereniging Sint-Jansbrug waar ik mij profileerde als een rechtse bal en zodoende kon ik aansluiting vinden bij een groepje dat zich gedroeg als corpsballen. Ik had een nieuwe familie gevonden waar ik een vriendschappelijke geborgenheid voelde maar er was een prijs. Met veel brallen overschreeuwde ik mijn ware ik. Met veel drank verdoofde ik de pijn van het gemis aan liefde. Dit kon zo niet doorgaan.
Na mijn afstuderen in 1991 moest ik nog in militaire dienst en ik had het geluk dat ik als officier in de rang van vaandrig bij de Koninklijke Luchtmacht in Den Haag op de luchtmachtstaf kon gaan werken. Ik bleef in Delft wonen en mijn diensttijd werd zo een verlenging van mijn studententijd. Tegen het eind van mijn diensttijd had ik in de herfst van 1992 met de kracht van leeuw de moed verzameld om uit de kast te komen. Mijn moeder had al vermoedens en ze had al een keer gevraagd of ik homo was maar toen durfde ik het niet te vertellen; ik was er toen niet klaar voor.
Mijn coming out was de overgang naar mijn volwassenheid. Eindelijk kon ik met mijn vrienden en familie over mijn gevoel praten. Ik voelde mij meer volwaardig. In de leeuwfase (24-29) ging de zon schijnen. Ik was best trots op wat ik had bereikt: een academische titel van bouwkundig ingenieur, officier bij de Luchtmacht en mijn recente coming out gaven mij moed dat ik iets kon bereiken. In de winter van 1993 ging ik terug naar mijn geboortestad Amsterdam en betrok mijn eerste woning in de Johan Jongkindstraat. Al snel trok ik de stoute schoenen aan – ik was nog steeds maagd – en ging met knikkende knieën het Amsterdamse homo-uitgangsleven verkennen. Ik weet nog dat ik op een snikhete 30 april 1993 voor het eerst in mijn leven naar de Exit ging (een homodisco) en bij de dansvloer sprak Bart mij aan en ik werd smoorverliefd. Binnen een half jaar gingen we samenwonen in de Johan Jongkindstraat. Ik was niet meer alleen.
Ik was zielsgelukkig dat ik eindelijk iemand gevonden had waarmee ik intimiteit kon delen. Alle opgekropte pijn huilde ik van geluk uit op de schoot van Bart. Alles ging aanvankelijk op rolletjes. We huurden in de herfst van 1994 een mooi appartement op de Da Costakade, we namen een werkster, we hadden twee auto’s en twee katten. Bart was eigenlijk de vriend die ik in Delft had willen hebben maar ondertussen ontgroeide ik mijn Delftse levensstijl en ik ging mij steeds meer storen aan Barts verslaving aan sigaretten en drank. Ik wilde een knus nestje en samen dingen doen maar Bart wilde vrijheid. Door de beklemming van mijn liefde verwelkte de vrolijke Bart. Hij ondernam niets meer en kwijnde weg in eenzaamheid. Eind 1996 stelde ik Bart voor de keuze: of je gaat wat doen aan je drankprobleem of ik maak het uit. Hij maakte het uit. Hij zei hoofdschuddend Nee Jeroen, Ik kan het niet. Ik kan niet veranderen! Hij zei het met spijt in zijn stem. Het einde van onze relatie was voor ons allebei bevrijdend. Drie maanden later emigreerde Bart voorgoed naar het buitenland waar hij een avontuurlijk leven zou leiden.
En zo stond ik in 1997 weer alleen en begon mijn maagdfase (30-35 jaar). Ik was dertig jaar oud en had nagenoeg geen vrienden. Met wat meer zelfverzekerdheid dook ik opnieuw in het Amsterdamse homo-uitgangsleven en maakte op een meer ontspannen wijze nieuwe vrienden. Met de kracht van leeuw nog in de rug was de periode 1997-2002 seksueel gezien mijn meest actieve tijd. Nadat ik de mannenliefde had ontdekt, bleek al snel dat mijn vluchtgedrag niet de drank is, maar sadomasochisme. Ik ben hiermee nooit heel actief geweest maar het is voor mij altijd een trigger als ik me slecht voel.
Na mijn studie zocht ik een baan die aansloot bij mijn opleiding en omdat ik in mijn diensttijd ervaring had opgedaan als projectleider kon ik een baan vinden als projectleider bij verschillende bedrijven: o.a. Fokker, ING Bank, Albert Heijn, Zilveren Kruis, bij een projectontwikkelaar en een bouwfysisch ingenieursbureau. Maar door mijn afwachtende houding liep ik hierin steeds vast. Met mijn zachte vissenkarakter was ik geen daadkrachtige projectleider. Ik was altijd al een slechte slaper maar nu kreeg ik slapeloze nachten van de werkdruk. Belangrijkste oorzaak; ik deed iets wat niet bij mij paste. In de leeuwfase had ik nog de bravoure om door te gaan maar toen de jaren voorbijstreken en ik voor mezelf geen succes kon claimen, werd het duidelijk dat ik op een dood spoor zat. Mijn verschuiling achter van het spelen van een rol – corpsbal of toffe yup – ging steeds meer wringen met mijn ware ik. Na acht mislukte banen nam ik een besluit waar ik tot op de dag van vandaag geen spijt van heb. Ik nam in 2000 ontslag en hing mijn carrière als bouwkundig ingenieur aan de wilgen.
Maar mijn maagdfase was in 2000 nog niet voorbij en ik ben toen een ander type werk gaan doen waarvan ik toen vond dat ik het moest doen: ik ging op mijn 33ste werken als escortjongen. Heel veel mensen hebben niet het vermogen om dit werk te doen, maar het merkwaardige was dat ik voor het eerst in mijn leven het gevoel had dat ik iets deed waar ik werkelijk goed in was. Natuurlijk, de gelukkige hoer bestaat niet, maar ik achteraf denk ik dat ik op deze wijze een compensatie zocht voor een mislukte carrière. Voor mezelf had ik bewezen dat ik ergens in kan uitblinken.
Maagd is de tijd om de defensiemuur van stier af te breken en de binnenwereld te gaan onderzoeken. Na mijn ontslag had mijn zelfvertrouwen een grote knauw gekregen. Ik was overspannen, sliep heel beroerd en eerst moest ik weer rust vinden. Ik verliet het appartement op de Da Costakade en ging wonen in een benedenwoning in de Eerste Oosterparkstraat. Ik vroeg een bijstandsuitkering aan en ging drie jaar in psychotherapie. Ik werd mij steeds meer bewust dat ik als kind erg eenzaam was, dat Delft een grote vlucht was en dat ik niet in de wieg ben gelegd om projectleider te zijn.
Nadat ik gestopt was met het escortwerk leerde ik in de herfst van 2001 Martin-Jan kennen. Op slag verliefd was ik deze keer niet, maar het groeide langzaam en we kregen een latrelatie die acht jaar zou duren. Mijn leven kwam in een rustiger vaarwater: het weegschaaltijdperk (36-43 jaar).
Met een uitkering had ik veel tijd over en ik werd begeesterd door het begrip tijdgeest. Ik maakte hierover modellen en dit wilde ik met boeken en artikelen overbrengen naar andere mensen. Al mijn kennis van mijn schooltijd poetste ik op en ik dook opnieuw in de boeken over natuurkunde, kosmologie, biologie, geschiedenis, archeologie, paleontologie, filosofie, metafysica, esoterie, pseudowetenschappen en spiritualiteit. Als een echte techneut moest ik leren goede teksten te schrijven. In het begin probeerde ik mijn boeken te slijten bij uitgevers maar de boekenmarkt liep toen al niet meer goed en zeker in het begin waren mijn manuscripten gewoon niet goed genoeg. Om mijn ideeën toch te delen leerde in rond 2005 hoe je websites kan maken en ik tuigde de website tijdgeest.nu op.
Met de architectuur had ik in mijn leven een valse start gemaakt en toen ik in weegschaal op de helft van mijn leven was, heb ik een nieuwe koers ingezet voor de tweede helft. Eindelijk had ik een passie gevonden, een levensdoel. Maar er stak ook een flinke tegenwind op. Tot op de dag van vandaag krijg ik van naasten een hoop kritiek omdat ik er geen geld mee kan verdienen, omdat het over astrologie gaat, omdat het vaag is, omdat ik geen boek heb kunnen uitgeven. Dat is allemaal waar maar deze keer ben ik ervan overtuigd dat ik iets doe wat bij mijn past en waarmee ik een bijdrage kan leveren aan de mensheid. Maar in weegschaal domineerde nog steeds de oude bange Jeroen die het liefst onder het tafel kruipt als er visite is.
Er moest in de schorpioenfase (43-51 jaar) iets diepgaands veranderen en deze fase is bij veel mensen bekend als de midlifecrisis. Schorpioen klopte aan mijn deur in 2009 toen mijn moeder werd opgenomen in een verpleeghuis en het jaar erop trok schorpioen mij in een put: mijn moeder overleed en heel onverwacht overleed Bart enkele maanden later en zelf maakte ik de relatie met Martin-Jan uit. Hoewel ik nog steeds goed bevriend ben met Martin-Jan verdwenen er in één jaar drie mensen uit mijn leven.
Sindsdien is er iets dat mij weerhoudt om weer naar buiten te treden. Schorpioen houdt mij gevangen en dwingt mij om met mijn katten te leven als een kluizenaar. Elke dag werk ik hard aan mijn boeken en in de wereld van mijn modellen ben ik gelukkig. Daar is alles geordend en inzichtelijk en als een rechercheur ontsluier ik een wereld die begint voorbij de dood. En wat ik bedenk over het universum gaat uiteindelijk ook over mijzelf. Via mijn modellen accepteer ik mijn eigen sterfelijkheid.
Het gaat er in het leven om, om op het juiste moment het goede te doen. Met deze leidraad nam ik op een goede manier afscheid van mijn moeder en van Bart, ik bleef werken aan mijn boeken en website, ik richtte een eigen webdesignbureau op en haalde twee zware opdrachten binnen door te bluffen. Op een gegeven moment besloot ik om een gekke buurman die al tien jaar stond te drinken in mijn tuin te verjagen. Die man bleek achteraf mesgevaarlijk. Ook de buurtkinderen die van mijn tuin een speeltuin hadden gemaakt, ging ik wegsturen. Het vochtprobleem in mijn slaapkamer ging ik te lijf, ik kapte een flinke boom in mijn tuin, ik heb een handtekeningenactie gevoerd in de buurt over horecagerelateerde overlast en besloot een einde te maken aan een onevenwichtige vriendschap. Verder ging ik mijn vader meer helpen en digitaliseerde alle familiefoto’s en de vele artikelen van mijn vader heeft geschreven. Het waren allemaal momenten dat ik voor mezelf opkwam, dat ik een grens trok en daadkrachtig optrad in de wereld.
Toen in 2018 mijn Boogschutterfase begon ontmoette ik Alfred via een homodatingsite. Hij is een zorgzame lieve man voor wie ik de grote stap durfde te zetten om te gaan samenwonen. Vervolgens ging het snel. Alfred kocht een charmante woning in Deventer waar we in april 2019 gingen wonen. Samen met Alfred werk ik aan het professionaliseren van mijn werk en hiertoe hebben we een uitgeverij opgericht. We moeten nog wennen aan elkaars hebbelijkheden maar daar werken we constructief aan.
In 2023 ben ik getrouwd met Alfred en zijn we geëmigreerd naar Frankrijk. Dit verhaal heb ik nog niet geactualiseerd. Lees verder op Caveau du Sagittaire
Dit beleid bevat informatie over uw privacy. Door te posten, verklaart u dat u dit beleid begrijpt:
Dit beleid kan op elk moment en zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Deze algemene voorwaarden bevatten regels over het plaatsen van opmerkingen. Door een beoordeling te plaatsen, verklaart u akkoord te gaan met deze regels:
Als u zich niet aan deze regels houdt, kan dit ertoe leiden dat u wordt uitgesloten van het plaatsen van verdere beoorldeingen.
Deze algemene voorwaarden kunnen op elk moment en zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Beoorldeingen