Het getal negen wordt veel gebruikt bij het typeren van karakters. Zo kennen de negen-sterren-ki astrologie, de enneagrammen, de numerologie en de tarot negen basiskarakters. Ook in de Westerse astrologie zijn er negen energieën welke verbonden zijn met de negen planeten. Achter deze verschillende systemen gaan dezelfde universele negen typen schuil. Dat roept op een synthese! Hier presenteer ik mijn stelsel van negen universele karakters. Dit heb ik uitgewerkt in de maatschappelijke groepen.
De tegenstellingen van de negen sociale groepen zijn in het bovenstaande figuur geordend volgens het Luo Shu diagram van de negen-sterren-ki astrologie. zie figuur onder
De westerse occulte wetenschappen worden gebruikt om iets te zeggen over een individu en zijn relaties met andere individuen. In de oosterse wijsheden wordt van oudsher meer aandacht gegeven aan de plaats van het individu in de gemeenschap. Voor een beschouwing over de gemeenschap is het dus wijs om te kijken naar de oude oosterse filosofie. Een van de oudste inzichten is de negen-sterren-ki astrologie. In China kwamen geleerden tot de conclusie dat de levensenergie (ki) vijf verschijningsvormen heeft in de elementen hout, vuur, aarde, metaal en water. Daarnaast bestaan er negen basiskarakters welke met een karaktergetal werden aangegeven. De vijf elementen en de negen karakters werden geordend in het onderstaande Lou Shu-diagram. Dit diagram vormt het uitgangspunt voor de beschrijving van negen sociale groepen.
4 hout De Expert ZO |
9 vuur De Enthousiasteling Z |
2 aarde De Werker ZW |
3 hout De Initiator O |
5 aarde De Directeur |
7 metaal De Levensgenieter W |
8 aarde De Man op de berg NO |
1 water De Wijze N |
6 metaal De Rots NW |
De negen karaktergetallen en de vijf elementen in het Luo Shu-diagram. Dit is een zogenaamd magisch vierkant. In een magisch vierkant levert de som van de getallen in alle richtingen – horizontaal, vertikaal en diagonaal – hetzelfde getal op: in het Luo Shu-diagram is dit het getal 15. Ieder getal vertegenwoordigt een basiskarakter en een windrichting. Onder: De negen sociale groepen met hun thema’s.
Kosmopolieten (stad) |
Aanvoerders (links) |
Onderdrukten (arm) |
Vrijbuiters (progressief) |
Middenklasse | Traditionelen (conservatief) |
Ondernemers (rijk) |
Adel (rechts) |
Fundamentalisten (dorp) |
De negen karakters worden tegenwoordig altijd gebruikt om iets te zeggen over de eigenschappen van individuen. Maar deze zijn ook uitermate geschikt om er maatschappelijke groepen mee in te beschrijven. Zo komt bijvoorbeeld het vuur 9-type met zijn charisma, in de maatschappij overeen met de sociale groep van de aanvoerders. En het water 1-type dat een intuïtieve wijsheid heeft, zou zich thuis voelen bij de adel.
De negen karakters zijn in het Luo Shu-diagram op een bepaalde manier gerangschikt. Elk karakter wordt geassocieerd met een windrichting. Noord (water 1) staat tegenover zuid (vuur 9) en oost (hout 3) staat tegenover west (metaal 7). Deze tegenstellingen gelden ook voor de sociale groepen: de aanvoerders staan tegenover de adel. Als de windrichtingen worden vervangen met sociale thema’s, worden de tegenstellingen duidelijker: links (aanvoerders) staat tegenover rechts (adel) en conservatief (traditionelen) staar tegenover progressief (vrijbuiters). Naast de tegenstellingen zijn er ook combinaties te maken: zuid en oost zijn samen zuidoost. Als we dit voorbeeld toepassen op de sociale groepen dan is de combinatie van links (aanvoerders) en progressief (vrijbuiters) samen links-progressief, dit komt overeen met de groep van de kosmopolieten.
De acht groepen die zijn gegroepeerd om de middenklasse vertegenwoordigen een aspect van de samenleving. Deze acht aspecten vormen vier maatschappelijke tegenstellingen.
In de eerste tegenstelling arm-rijk zit de klassieke klassenstrijd: tussen de onderdrukte arbeider en de kapitalistische ondernemer. Deze tegenstelling is van alle tijden. Het gaat in wezen om de groep passieve mensen versus de groep van actieve mensen. De passieven laten zich wegdrukken en de actieven claimen hun posities. Vroeger bestond de groep van onderdrukten uit de slaven, horigen, keuterboeren of paupers, tegenwoordig zijn het de illegalen, verslaafden, randgroepjongeren, gevangenen en de niet-geïntegreerde buitenlanders. Ze ontberen de mentale kracht om hun positie te verbeteren. De onderklasse zit vast in een vicieuze cirkel van armoede, ziekte, verslaving en apathie. Vaak zijn ze ontworteld van hun traditionele cultuur.
Tegenover het proletariaat staan de ondernemers. Vroeger waren het industriëlen of kapitalisten, tegenwoordig spreken we van ‘snelle jongens’, yuppen of entrepreneurs. Ze worden ook wel aangeduid als ‘nieuw geld’. Ook de hoge ambtenaren zijn te beschouwen als ondernemers. Net als de fabrikanten veranderen zij de maatschappij concreet met bijvoorbeeld de aanleg van wegen. En ook zij kunnen de onderklasse onderdrukken. De ondernemers hebben alles wat de onderdrukten niet hebben: een goede opleiding, rijke ouders, kansen en ambities. Het zijn gedreven individualisten met een focus op carrière en status. De ondernemers willen de maatschappij veranderen in hun voordeel.
De tweede tegenstelling is links versus rechts. Dit is een wezenlijk andere tegenstelling dan die van arm (onderdrukte) en rijk (ondernemer). Links voelt zich in wezen solidair met de gemeenschap en rechts gelooft in de zelfredzaamheid van de vrije mens. Links gelooft in de kracht van de groep, rechts in de kracht van het individu.
De groep ‘links’ bestaat uit de ‘aanvoerders’. Zij zijn strijdbaar. In de groep van de aanvoerders zit de politieke elite. Zij vechten met woord en zwaard voor een betere maatschappij. Ze willen het volk een richting geven, dit in tegenstelling tot de ondernemers die alleen maar geïnteresseerd zijn in het succes van hun eigen bedrijf. De groep van de aanvoerders wordt bevolkt door de koningen, presidenten, ministers, volksvertegenwoordigers, hoge partijleden en generaals. Ook rechtse dictators zijn links in de zin dat ze als leider verbonden zijn met het volk (groepsgericht = links). Elke leider (links of rechts) moet rekening houden met zijn volk. Hij draagt verantwoordelijkheid en is hiermee betrokken met de gemeenschap.
Tegenover links staat rechts: de adel. Zij zijn rechts in de zin dat ze niet betrokken zijn met het volk. Ze leven op zichzelf, vaak ver weg van de steden. Ze zijn nauwelijks zichtbaar in de maatschappij. Ze dragen geen verantwoordelijkheden voor het volk. In de groep van de adel zitten de renteniers, bankiers, grootgrondbezitters en de particuliere grootaandeelhouders, maar ook de onderwereld en de georganiseerde misdaad behoren tot de groep van de adel. Door hun fysieke en financiële onafhankelijkheid is de adel autonoom (individueel gericht = rechts). Tegenwoordig wordt deze groep aangeduid als de liberaal-conservatieven. Men spreekt ook wel van ‘oud geld’. Zij willen hun rijkdom en privileges behouden. Ze hebben in tegenstelling tot de aanvoerders weinig binding met de noden van het volk. De aanvoerders moeten altijd rekening houden met de adel omdat de adel het kapitaal bezit.
De derde tegenstelling binnen een maatschappij is die van de kosmopolieten en de fundamentalisten. Het is de tegenstelling van de dynamiek van de stad versus de tradities van een dorp. Tussen deze twee groepen zit het spanningsveld in kwesties als ‘voor’ of ‘tegen’ Europa of ‘voor’ of ‘tegen’ abortus. De kosmopolieten zijn echte stedelingen, liefst wonend in een metropool. Ze zijn hoog opgeleid, mobiel, onafhankelijk en internationaal georiënteerd. Het Engels beschouwen ze als hun tweede taal en de multiculturele samenleving als een verrijking. Ze richten zich op zelfontplooiing – niet zelfverrijking - en succes. De kosmopolieten zijn postmaterialisten. Ze hechtten in tegenstelling tot de ondernemers minder waarde aan status en geld, maar ze verdienen wel een bovengemiddeld inkomen. Ze hebben idealen en voelen zich betrokken bij de maatschappij. Ze zijn open en kritische wereldburgers. In deze groep zitten wetenschappers, filosofen, humanisten, journalisten, welzijnswerkers, advocaten, hoogleraren, artsen, ‘deskundigen op de zijlijn’ en maatschappelijk betrokken intellectuelen. Ze staan verder van het volk dan de aanvoerders. Als ze het nodig vinden voeren ze oppositie tegen de politieke elite. Deze strijdbare kosmopolieten kennen we als de dissidenten, protestanten, Rode Vrouwen of activisten. Hun argumenten zijn verstandelijk en redelijk. Wanneer zij de macht proberen te grijpen worden ze revolutionairen en schuiven ze op naar de groep van de aanvoerders.
Tegenover de kosmopoliet staat de fundamentalist. De fundamentalisten zijn moralistisch, behoudend, plichtsgetrouw en xenofoob. Omdat het wereldbeeld van de fundamentalist vast is omkaderd, gedijen ze niet goed in de grote stad. Een afgelegen provincie waar de tijd stil staat past beter bij hun starre moraal. Vaak zitten de religieuze leiders en hun fanatieke volgers in deze groep. Ook de rechters behoren tot deze groep omdat zij met de ‘heilige’ wetboeken in hun hand ethische oordelen vellen. In Nederland wordt deze groep bevolkt door de Gereformeerden, katholieke Kerk, skinheads, nationalisten, Joden en de fanatieke moslims. De fundamentalisten geven duidelijke antwoorden over ethische kwesties. De antwoorden zijn dogmatisch en ingebed in een religie, ideologie of wetboek. Een fundamentalist heeft vaste overtuigingen. In deze betekenis zijn ook de mensen die heilig geloven in de goedheid van de democratie en de rechtsstaat fundamentalisten. De fundamentalisten geven in tegenstelling tot de kosmopolieten, juist het morele gezag aan de aanvoerders.
De vierde tegenstelling is die van de progressieven versus de conservatieven. De progressieve mensen willen de maatschappij veranderen, de conservatieve mensen willen de vertrouwde tradities behouden. De bijbehorende sociale groepen zijn de vrijbuiters en traditionelen. Deze groepen zijn niet uitgesproken links of rechts, arm of rijk, of dorps of stedelijk.
De vrijbuiters zijn de vrije geesten; de kunstenaars, kluizenaars, hippies, krakers, punkers, anarchisten en popsterren. Ze lijken op de kosmopolieten, maar ze hebben zich bewust meer afgezonderd van de maatschappij. Het zijn de onafhankelijke pioniers. Ze komen uit de betere milieus. Hoewel ze net zo arm kunnen zijn als de onderdrukten lijden ze niet onder hun armoede omdat ze weinig waarde toekennen aan status en geld. Met een positieve houding creëren ze onverwachte openingen.
Tegenover de vrijbuiters staan de traditionelen, de meest volkse groep. Vroeger werd deze groep in Nederland bevolkt door de boeren en katholieken, tegenwoordig bestaat deze groep uit de laaggeschoolde inheemse bewoners uit de volkswijken, de provincialen in de krimpgebieden en veel Surinamers, Turken, Marokkanen en Antillianen. De traditionele burgerij heeft traditionele levensopvattingen (sommigen zeggen bekrompen) maar ze hebben een lossere moraal dan de fundamentalisten. De traditionelen zitten net als de onderdrukten vast in de maatschappij. Ze zijn laaggeschoold en arm. In hun streek of volkswijk ontstijgen ze nooit hun klasse. Als hun kinderen dat wel doen, verlaten die de sociale groep van hun ouders. De traditionelen hebben weinig ambities. Anders dan bij de ontwortelde onderdrukten, ontlenen ze hun identiteit aan hun afkomst; dat geeft de traditionelen houvast in het leven. Hun kleine wereld is overzichtelijk en ontspannen. Ze nemen het leven niet zo zwaar. Ze kunnen genieten van simpele zaken. Met deze hedonistische levensinstelling kunnen ze net als de vrijbuiters de armoede dragen.
De acht tegengestelde groepen hebben allemaal raakvlakken met de middenklasse. Dit maakt de middenklasse een zeer heterogeen gezelschap. De middenklasse werd vroeger de kleine burgerij genoemd, tegenwoordig noemen we ze de moderne burgerij. Het zijn de ‘gewone’ werknemers, politieagenten, verplegers, ambtenaren, de leraren, ambachtslieden, winkeliers. Ze wonen niet ver van de stadskernen, vaak in de rijtjeshuizen. In democratieën is dit de grootste groep. In de voormalige Sovjet-Unie en in het tegenwoordige Afghanistan ontbrak/ontbreekt de middenklasse bijna volledig. Jan modaal is meestal getrouwd, tweeverdiener, heeft kinderen, een huis met een hypotheek en twee auto’s. De middenklasser zoekt het evenwicht. Hij is materialistisch ingesteld maar doet ook vrijwilligerswerk, hij is statusgericht maar schikt zich ook in zijn positie, hij waardeert de tradities maar staat ook open voor het nieuwe. Jan modaal schaamt zich niet voor volksheid. Hij doet lekker mee met de ‘oranjegekte’. Aan de andere kant staat de middenklasse ook open voor de idealen van de kosmopolieten en de visioenen van de vrijbuiters. De moderne burgers beschouwen de vrijheid en tolerantie als een groot goed maar iedereen moet zich wel aan de wet houden. Met de centrale positie in het midden verlangt de middenklasser naar orde, rust en veiligheid.
Naast de tegenstellingen kunnen hebben de groepen verwantschappen. Elk van de acht tegengestelde groepen heeft een verwantschap met de middenklasse. Daarnaast hebben de acht groepen een relatie met de naastliggende groep in het diagram. Met de thema’s van de naastliggende groepen kunnen de acht groepen worden geduid.
De aanvoerders hebben als sociale buren de onderdrukten en kosmopolieten. Hiermee hebben ze een haat-liefdeverhouding. De leiders moeten balanceren tussen de behoeften van de onderklasse en de kritiek van de intellectuelen. Het proletariaat en de intellectuelen kunnen de aanvoerders steunen of omverwerpen. De onderdrukten hebben als buren de aanvoerders en traditionelen; ze zitten tussen de tegenstellingen van links en conservatief. Links is sociaal en conservatief is heel volks, vandaar dat de onderdrukten kunnen worden beschouwd als de linkse volksmassa. Hun volkse mentaliteit delen ze met de traditionelen maar ze zijn meer dan de traditionelen beïnvloedbaar door de aanvoerders die hun een betere toekomst beloven. Zo waren de slaven in het Romeinse Rijk vatbaar voor het aanvoerders van het christendom en bij het negentiende-eeuwse proletariaat broeide de communistische revolutie. De traditionelen hebben als buren de onderdrukten (arm) en de fundamentalisten (dorps). Dat maakt de traditionelen de arme dorpelingen. Soms zijn ze nog armer dan de onderdrukten, maar ze luisteren meer naar de behoudende fundamentalisten. Hierom komen de traditionelen zelden in opstand. De fundamentalisten zitten tussen het dorp van de traditionelen en de rechtse ideeën van de adel. Ze zijn rechts-conservatief. Met hun moraal kunnen de fundamentalisten makkelijk de dorpse traditionelen bespelen en de adel steunt hen omdat de fundamentalist net als de adel de oude moraal wil behouden. De adel heeft als buren de rijke ondernemers en de dorpse fundamentalisten. Hierom heeft de adel net als de fundamentalist een vastgeroeste moraal, maar voor het behoud van hun rijkdom leggen zij ook hun oor bij de ondernemers, want daar wordt het grote geld verdiend. Dat maakt de adel niet geheel blind voor veranderingen, mits het profijtelijk is. De ondernemers zijn te typeren als de rechts-progressieven, ook wel de rechts-liberalen. De creativiteit die de ondernemers delen met hun naastliggende groep van de vrijbuiters, hebben de ondernemers nodig om nieuwe markten aan te kunnen boren. Dat maakt de ondernemers progressief. Daarnaast moeten ze beschikken over het kapitaal van hun andere buurman: de rechtse adel. De vrijbuiters zitten tussen de ondernemers en de kosmopolieten. Deze verwantschap geeft de vrije jongens de combinatie van ‘rijkdom’ en ‘stad’: de vrijbuiters zijn geboren als rijke stedelingen. Hun doel is niet zelfverrijking, maar zelfexpressie. Ze zijn net zo innovatief als de ondernemers maar hun werk heeft een grotere maatschappelijke betrokkenheid. De vrijbuiters hebben veel ideeën voor een betere wereld welke ze op kleine schaal uitwerken. De kosmopolieten vormen weer de schakel tussen de vrijbuiters (progressieven) en aanvoerders (links). De kosmopolieten zijn de links-progressieven. Zij gebruiken de creativiteit van de vrijbuiters om de maatschappij via de aanvoerders te veranderen. Daarnaast bekleden de kosmopolieten belangrijke functies in de maatschappij en met de autoriteit op hun vakgebied hebben de kosmopolieten een beperkte macht om de samenleving te veranderen.
KOSMOPOLIET 4 HOUT De expert 5 De Waarnemer Uranus (Waterman) 2 De Hogepriesteres |
AANVOERDER 9 VUUR Enthousiasteling 8 De Baas Zon (Leeuw) 8 Kracht |
ONDERDRUKTEN 2 AARDE De werker 2 De Gever Neptunus (Vissen) 9 De Heremiet |
VRIJBUITER 3 HOUT De initiator 7 De Avonturier Mars (Ram & Schorpioen) 1 De Magiër |
MIDDENKLASSER 5 AARDE De directeur 9 Bemiddelaar Venus (Stier & Weegschaal) 6 De Geliefden |
TRADITIONELEN 7 METAAL levensgenieter 6 Loyalist Aarde en Maan (Kreeft) 3 De Keizerin |
ONDERNEMER 8 AARDE Man op de berg 3 De Presteerder Mercurius (Tweelingen & Maagd) 7 De Zegewagen |
ADEL 1 WATER De wijze 4 De Romanticus Saturnus (Steenbok) 4 De Keizer |
FUNDAMENTALIST 6 METAAL De rots 1 De Perfectionist Jupiter (Boogschutter) 5 De Hogepriester |
De negen sociale groepen geplaatst in het Luo Shu diagram van de negen-sterren-ki astrologie. Elke groep komt overeen met een van de negen karaktergetallen. De vrijbuiter komt overeen met het '3 Hout'-type, de initiator. Onder de lijnen zijn van boven naar beneden de verbanden gelegd met de negen types van de enneagrammen, de negen planeten van de Westerse astrologie met de bijbehorende twaalf dierenriemtekens en de negen hoofdkaarten van de tarot. De vrijbuiter heeft naast een gelijkenis met het ‘3 hout’-type gelijkenissen met het enneagramtype 7 (de avonturier), de planeet Mars welke heerst over de tekens ram (de vechter) en schorpioen (de duivel), en de tarotkaart 1 (De Magiër). De negen types van de vijf systemen hebben opvallende gelijkenissen, maar er zijn hier en daar ook verschillen.
Voedende relaties
Controlerende relaties
|
Elk karaktergetal van de negen-sterren-ki astrologie heeft een der vijf Chinese elementen. In de elementen zit een cyclus van voeding of versterking en een cyclus van controle of vernietiging. Deze twee cycli kunnen toegepast worden op de negen sociale groepen.
De traditionelen (7 metaal) en fundamentalisten (6 metaal) hebben beide het element metaal. Deze twee groepen klitten dan ook gemakkelijk aan elkaar. In de politieke stromingen zien we in deze twee groepen de aanhang van de confessionele partijen (christelijke stromingen). Door de secularisatie (toekeren van de kerk) springen de populisten in het gat. De vrijbuiters (3 hout) en kosmopolieten (4 hout) delen ook hun element. Zij vinden onderdak bij de groenen. De adel is 1 water en de aanvoerders zijn 9 vuur. Er zijn geen andere water- of vuurgetallen. De adel heeft echter de ondernemers (8 aarde) als hun politiek maatje. Hun gezamenlijke ideologie is het liberalisme. Hun verbintenis zit in het ‘oud geld’ en ‘nieuw geld’. De aanvoerders hebben zich verbonden met de onderdrukten (2 aarde). Samen vormen ze de socialisten of communisten. De socialisten staan nu zwak omdat de groep van onderdrukten is leeggelopen. De onderdrukte arbeider is tegenwoordig een middenklasser. Dit heeft gunstig uitgepakt voor de liberalen. Maar als de liberalen alle vrijheid geven aan de ondernemers en de privileges van de adel blijven beschermen, zal het reservoir van de onderdrukten weer gaan vollopen, ten gunste van de socialisten.
De vier politieke stromingen strijden om de stem van de middenklasse. Wanneer het evenwicht wordt verstoord kan de middenklasse opschuiven naar een thema. Ze kunnen zich laten ophitsen door hun aanvoerders (oorlog, revolutie, emancipatie), veilig schuilen bij de confessionelen of populisten, profiteren van de vrijheid en kansen (liberalen) of kiezen voor duurzaam en verstandig (groenen).
In de vijf elementen zit een cyclus van voeding. Water is het element van introspectie. De adel (1 water) heeft de luxe om zich bezig te houden met de hogere cultuur. Zij zijn de hoeders van kunst, filosofie en kennis. Ze verzamelen, beheren en beleven de schoonheid van het leven. Water laat hout groeien. Dat betekent dat de vrijbuiters (hout) en kosmopolieten (hout) inspiratie krijgen van de adel. Hout is het element van vernieuwing en groei. Dankzij het adellijke bronwater groeien de vrijbuiters en kosmopolieten. Bij hen ontspruiten nieuwe ideeën. Hout voedt vuur. De vrijbuiters en kosmopolieten geven de aanvoerders (vuur) de intellectuele brandstof. Vuur is het element van roem. De leiders kunnen vlammen dankzij de creativiteit van het hout. Vuur creëert as. Het vuur daalt neer op het volk als as. De aanvoerders kunnen de ondernemers (8 aarde) de vrije ruimte geven. Hierdoor kunnen zij de maatschappij daadwerkelijk veranderen (8 Aarde staat voor revolutie) en dat is de bedoeling van de leiders. De vurige aanvoerders kunnen het proletariaat (2 aarde) verheffen. Hierdoor kan de onderklasse wortel schieten in de aarde en opschuiven naar de middenklasse. De aanvoerders zullen altijd de middenklasse (5 aarde) willen behagen. Dat is precies wat 5 aarde wil: evenwicht. De aarde herbergt metaal(erst). De materialistisch ingestelde ondernemers, de stabiele middenklasse en de aardse onderdrukten geven voeding aan de traditionelen (7 metaal) en de fundamentalisten (6 metaal). Want in een aardse stabiele maatschappij ontwikkelen zich de tradities en normen. Dat geeft ontspanning bij de traditionelen en de rust bij de fundamentalisten om de bestaande wereld te ordenen in een model. De volkse genoegens geeft vrolijkheid aan het leven en de rigide modellen geven er juist wat scherpte aan. De volkse tradities en snijdende orde zijn weer verzamelobjecten voor de adel. Want metaal draagt water (in een emmer). De adel verheft de volkscultuur en herkauwt de vaste ethische kaders.
Naast een voedende cyclus zijn er een controlerende relaties. Water dooft vuur. De adel (water) krijgt het hierom altijd voor elkaar dat de aanvoerders (vuur) niet morrelen aan hun privileges. De aanvoerders kunnen wel de fundamentalisten (metaal) omvormen. Want vuur smelt metaal. Alleen de aanvoerders kunnen breken met de tradities en oude conventies. Als de aanvoerders zelf rechtse dictators zijn, zullen ze het metaal niet smelten. En dat is funest voor de intellectuelen, want metaal hakt door hout. De traditionelen en fundamentalisten kunnen met hun boerenwijsheid en vaste overtuigingen de vrijbuiters en kosmopolieten marginaliseren. Maar als de intellectuelen het toch aandurven om vragen te stellen, kan dat gevolgen hebben voor de stabiliteit. Want het hout verdeelt de aarde. De vrolijke ideeën van de vrijbuiters en kosmopolieten kunnen het volk aan het wankelen brengen. Dat kan wel eens funest zijn voor de adel. Want aarde absorbeert water. Alleen een volksopstand kan de adel vernietigen.
Jeroen Visbeek, december 2011
Dit beleid bevat informatie over uw privacy. Door te posten, verklaart u dat u dit beleid begrijpt:
Dit beleid kan op elk moment en zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Deze algemene voorwaarden bevatten regels over het plaatsen van opmerkingen. Door een beoordeling te plaatsen, verklaart u akkoord te gaan met deze regels:
Als u zich niet aan deze regels houdt, kan dit ertoe leiden dat u wordt uitgesloten van het plaatsen van verdere beoorldeingen.
Deze algemene voorwaarden kunnen op elk moment en zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Beoorldeingen