Er zijn voor de beschavingen verschillende indelingen te maken, net als bij de indeling van de continenten.
De hoeveelheid energie van de beschavingen is letterlijk te zien op een samengestelde foto van nachtelijke satellietopnames: dichtbevolkte gebieden bruisen van de energie en zijn mannelijk en dunbevolkte gebieden zijn verstild en vrouwelijk.
De typologie met de vier baseer ik op de kracht van de levensenergie. Sinds de mens overstapte op de landbouw wordt de hoeveelheid energie van een samenleving bepaald door twee factoren: het voedselaanbod en de arbeid. Deze twee factoren hebben een relatie met de vruchtbaarheid van het land en het klimaat.
De landbouw kan floreren in gebieden welke niet te koud of te droog zijn en in gebieden met vruchtbare bodems zoals vulkanische gebieden en rivierdelta’s. In zulke streken zoals Java, Bali, Bangladesh en de Nigerdelta zijn de oogsten groot. Vruchtbaar land levert veel calorieën met als gevolg een hoge bevolkingsdichtheid. Maar er ontstaat pas welvaart – en letterlijk meer energie in de nachtelijke uitstraling – wanneer de bodem vruchtbaar is én het klimaat niet te heet is. In de vruchtbare gebieden met een mild klimaat kan de mens veel voedsel verbouwen én heeft hij ook nog de lust om hard te werken waardoor meer energie nuttig kan worden besteed. Deze combinatie creëert de juiste omstandigheid om technologie te ontwikkelen. Beschavingen in gebieden met vruchtbare landbouwgronden en een mild klimaat lopen voorop in de ontwikkeling.
De eerste beschavingen kwamen tot bloei in de vruchtbare gebieden in de subtropische zone: de stadstaten van Soemerië tussen de Eufraat en Tigris, Egypte langs de Nijl, de Indusbeschaving en in China rond de Gele Rivier en de Jangtsekiang. De vroegste beschavingen waren redelijk solitair. In latere tijden ontwikkelden de klassieke beschavingen zich tot de machtsgebieden van soevereine staten. Voorbeelden zijn het Perzische Rijk, Griekenland, de hellenistische wereld en het Romeinse Rijk. Ook de klassieke beschavingen lagen in de subtropische zone, net als de postklassieke beschavingen zoals de Islamitische Kalifaten en het Byzantijnse Rijk. In de tropen kwamen ook enkele beschavingen tot bloei in gebieden die hoger zijn gelegen en dus koeler zijn: de Tolteken en Azteken op de hoogvlakte van Mexico, de Inca’s in het hooggebergte van de Andes en de Ethiopische beschaving in het vruchtbare Ethiopische Hoogland.
Toen de Europeanen vanaf de zestiende eeuw de wereld introkken, kozen zij in Amerika en op het zuidelijk halfrond voor de gunstige gebieden met vruchtbare bodems en een mild klimaat. Een bijkomstig voordeel was dat deze gebieden vrijwel onbewoond waren. De tropen waren voor de Europese kolonisten matig populair, mede omdat de Europeanen en hun vee slecht bestand waren tegen de tropische ziektes. Als gevolg van deze vestigingskeuze hebben ook de subtropische en gematigde zones in de Nieuwe Wereld en op het zuidelijke halfrond zich ontwikkeld tot de westerse wereld terwijl de tropische delen van Amerika, Afrika en Azië door het drukkende klimaat tot op de dag vandaag in de ontwikkeling achterbleven.
De ideale energetische omstandigheden – vruchtbaar land en een mild klimaat – doen zich vooral voor in West-Europa, de Verenigde Staten, Japan en het zuidoosten van China. De volkeren in deze gebieden hebben dan ook een technologische voorsprong opgebouwd met als gevolg dat dit de rijkste en machtigste regio’s zijn. In de tropen drukt de warmte (en tropische ziekten) de prestaties, hoewel tegenwoordig met de airconditioning deze belemmering kleiner wordt.
Vroeger werd het verschil tussen meer en minder ontwikkeld aangeduid met de woorden ‘beschaafd’ en ‘primitief’. Deze termen raakten in ongebruik en men ging spreken van ‘geïndustrialiseerde landen’ en ontwikkelingslanden. Ik kies een andere terminologie voor de ontwikkelingsgraad. De ontwikkeling van landen heeft energie nodig en de twee bepalende factoren zijn het klimaat en de productiviteit van de landbouw. Dit levert de onderstaande tabel waarin ik onderscheid maak in vier soorten beschavingen.
Productieve landbouw: Hoge bevolkingsdichtheid |
Improductieve landbouw: Lage bevolkingsdichtheid |
|
Gunstig klimaat: Welvaart |
Hoge energie Leidende beschaving |
Gematigde energie Volgzame beschaving |
Ongunstig klimaat: Armoede |
Gematigde energie Primitieve beschaving |
Lage energie Primitieve wildernis |
De hoeveelheid beschikbare energie voor een samenleving wordt bepaald door de productiviteit van de landbouw en het klimaat: (1) een hoge productie van de landbouw leidt tot een hoge bevolkingsdichtheid en (2) in een mild klimaat kan de arbeid effectiever worden verricht. Veel energie (veel calorieën) is beschikbaar in gebieden met een productieve landbouw en een mild klimaat. Hier kunnen zich technologisch leidende beschavingen ontwikkelen. De gebieden met een leidende beschaving verbruiken veel energie wat te zien is in de nachtelijke uitstraling. Tegenover de leidende beschavingen staat de ‘primitieve wildernis’: de oerwouden, woestijnen en toendra’s.
De leidende beschavingen (rijk en dichtbevolkt) hebben zich ontwikkeld in gebieden met relatief veel vruchtbaar land met een mild klimaat: Europa, het oosten en de Westkust van de Verenigde Staten, het noorden van India en het zuidoosten van China. Verder zijn de omstandigheden gunstig in delen van Mexico, Argentinië, Uruguay, Brazilië, Zuid-Afrika, Zimbabwe, Ethiopië, Japan, Nieuw-Zeeland, Australië, Turkije en Zuid-Korea.
De volgzame beschavingen (rijk en dunbevolkt) en primitieve beschavingen (arm en dichtbevolkt) kunnen profiteren van een leidende beschaving als deze geografisch in de nabijheid ligt. Dit geldt voor Scandinavië, Oekraïne, Rusland, Canada, delen van de Verenigde Staten, delen van Brazilië en Argentinië, Taiwan en Birma.
India heeft het probleem dat het land zeer productief is maar een groot deel van het land is te heet: het primitieve deel is relatief groot ten opzichte van het leidende deel. In China is dit omgekeerd.
De primitieve beschavingen (arm en dichtbevolkt) welke niet kunnen profiteren van een leidende beschaving zijn Nigeria, Indonesië, Thailand, Vietnam, Filippijnen, Cuba en Egypte.
De volgzame beschaving in het zuiden van Afrika (delen Angola, Kongo en Zambia) kan onvoldoende profiteren van een leidende beschaving.
De primitieve wildernis (arm en dun bevolkt) bestaat uit de woestijnen, poolgebieden, toendra’s tropische regenwouden en deze kunnen alleen tot ontwikkeling komen bij een rijkdom aan delfstoffen zoals in Saoedi-Arabië.
Jeroen Visbeek, december 2015
Dit beleid bevat informatie over uw privacy. Door te posten, verklaart u dat u dit beleid begrijpt:
Dit beleid kan op elk moment en zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Deze algemene voorwaarden bevatten regels over het plaatsen van opmerkingen. Door een beoordeling te plaatsen, verklaart u akkoord te gaan met deze regels:
Als u zich niet aan deze regels houdt, kan dit ertoe leiden dat u wordt uitgesloten van het plaatsen van verdere beoorldeingen.
Deze algemene voorwaarden kunnen op elk moment en zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Beoorldeingen