⚠ De url van de opgevraagde pagina is gewijzigd naar
tijdgeest.eu/dierenriemmodel/numerologie-typologieen
Het getal nul is de chaos, het betekenisvolle niets wat niet gedefinieerd kan worden. Het cijfer 0 geven we weer als een cirkel en daarmee is het een symbool voor de onbekende allesomvattende totaliteit waaruit alles voortkomt. De leegte is de grond waar alles aanwezig is. De nul kan noch door deling noch door vermenigvuldiging veranderen. De nul is altijd overal op de achtergrond aanwezig en het karakter van de chaos vertelt ons dat we de absolute zekerheid hebben dat we dood gaan; wanneer we sterven keren we terug naar de onbenoembare leegte.
In de christelijke leer komt de nul overeen met de Heilige Geest en in de psychologie staat de nul voor het onbewuste. De nul komt in de filosofie voor in de term nihilisme. Het woord komt van het Latijnse nihil dat letterlijk niets betekent. Het nihilisme ontkent dat het leven een betekenis, doel of zin heeft.
Waar de nul staat voor een afwezigheid, staat de één voor een aanwezigheid of in andere woorden: onbewust (0) en bewust (1). De één is bewust aanwezig. De getal één heeft de onbetwistbare positie als het eerste van alle getallen en wordt beschouwd als het symbool van het leven, de schepping en de enige scheppergod of de oereenheid. De ondeelbaarheid van dit getal verstrekt dit nog. De één is het symbool voor de Goddelijke volmaaktheid.
In de psychologie staat de één voor de uniciteit van ieder mens en dit sluit aan met de ideeën van de filosofische stromingen van het humanisme en liberalisme.
De nul en één zijn absoluut; we hebben de absolute zekerheid dat we dood gaan (terugkeren naar de afwezigheid) en we hebben de absolute zekerheid dat we nu bestaan (aanwezig zijn). Ook computers rekenen in absolute termen met bits welke de waarde 0 of 1 kunnen aannemen. In een samenleving kan de binaire indeling begrepen worden als de bekende (1) en de nog onbekende (0) wereld. Iets bestaat of bestaat niet. To be or not to be.
Met de getallen 0 en 1 kunnen we in principe alles beschrijven. Alle hogere typologieën kunnen altijd worden teruggebracht tot de aanwezigheid (1) en afwezigheid (0). Dit zien we ook in de manier hoe computers rekenen. Een computer werkt ten diepste alleen met enen en nullen omdat deze twee waarden goed overeenkomen met de aan- en uitstatus van een schakelaar in een microprocessor.
Echter, de binaire taal is voor ons onoverzichtelijk. Om de rekenprocessen overzichtelijker te maken worden de enen en nullen samengebracht in groepjes van meestal 8, 16, 32 of 64 bits. Een groepje met 8 bits noemt men een byte: het kleinste adresseerbare stukje informatie in een geheugen. Het woord ‘byte’ komt van het Engelse by eight dat ‘per acht’ betekent. Met groepjes van 8, 16, 32 of 64 bits wordt de machinetaal geschreven welke bestaat uit een lijst van meestal hexadecimale cijfers (16-tallig, groepering van 4 bits). Een getraind programmeur kan deze cijferlijst ‘lezen’, maar om makkelijker en sneller te kunnen programmeren zijn de hogere programmeertalen ontwikkeld. De instructies van de hogere programmeertaal worden met een interpreter of compiler teruggebracht tot de machinetaal en de machinetaal wordt in de processor omgezet naar enen en nullen. Voor de computer is alles buiten de één en de nul een overbodig menselijk verzinsel om de informatie inzichtelijk te krijgen.
Over de absolute 0 of 1 kan je niet discussiëren, er is geen ruimte voor interpretatie maar bij de hogere programmeertalen bestaan er allerlei soorten wat een zekere mate van willekeur in zich heeft. De mens heeft deze hogere rangschikking echter nodig om iets zinnigs te kunnen doen. Het komt er op neer dat alle typologieën vanaf de twee voor ons iets inzichtelijk maken wat we met de nul en één niet kunnen begrijpen, maar alle hogere typologieën zijn beperkte modellen om de wereld te begrijpen. Elke typologie vanaf de twee is in zichzelf volledig maar omdat deze altijd zijn afgeleid van de nul en de één, heeft elke hogere typologie iets willekeurigs. Dit is soms frustrerend omdat het altijd twijfel oproept over de validiteit van een typologie, maar het is ook inspirerend omdat alle modellen voor ons beperkte wezens de rijkdom van het universum blootleggen.
De oerkrachten yin en yang voorgesteld als de Zon en Maan.
De twee deelt de aanwezigheid op in twee entiteiten. Typologieën met de twee drukken een tegenstelling uit: licht en donker, positief en negatief, zon en maan, koud en warm, nat en droog, links en rechts, mannelijk en vrouwelijk, de strijd tussen het goed en het kwaad. In de Chinese filosofie wordt het yin en yang als twee tegengestelde oerkrachten beschouwd. De yin-yangfilosofie speelt een belangrijke rol in de Chinese geneeskunst, sport, dans, astrologie en de I Tjing. Het yin en yang zouden betrekking kunnen hebben op de tegenstelling van het niets (0) en het alles (1) maar het verschil tussen de nul en één is absoluut, terwijl het yin en yang meer gradueel verschillen. De yin-yangfilosofie past daarom beter bij de dualiteit van de twee: yin en yang zijn twee complementaire oerkrachten die elkaar afstoten en aantrekken. Ze vullen elkaar aan, hebben elkaar nodig, wisselen elkaar af en zijn niet zwart-wit zoals computerbits maar kunnen gradueel naast elkaar bestaan.
De relaties in de Ayurveda tussen de drie dosha’s vata, pitta en kapha en de vijf elementen.
De drie is te begrijpen als een combinatie van de twee en één; de drie heeft een polariteit (2) en een neutraal deel (1) en dat geeft de drie de mogelijkheid om de spanning van de twee op te lossen. De drie verschaft een nieuw stabiel evenwicht doordat het de polariteit tussen één en twee niet negeert, maar opheft. Een tafel staat altijd stabiel met drie poten. We roepen drie keer ‘hoera’ en kennen de uitdrukking ‘driemaal is scheepsrecht’. Jezus stond de derde dag na Zijn dood op en toen Petrus voor de derde maal Jezus verloochende, kraaide de haan driemaal. In sprookjes gebeuren dingen vaak drie keer voordat het kwartje valt. In de Griekse Oudheid was het getal drie het toppunt van volmaaktheid en de Romeinen zeiden omne trinium perfectum, elk drievoud is volmaakt.
Het verzoenende principe van de drie vormt geen eindpunt maar juist weer een uitgangspunt voor de volgende drievoudige stap. Dit zien we bij de vader, moeder en het kind of in het verleden, heden en toekomst of in de rust, spanning en beweging. De drie is het getal van een ontwikkelingsritme, de communicatie en beweging. In het boek Tao Te Ching – een van de belangrijkste geschriften van het taoïsme – schrijft men over de drie: Tao verwekte de één; de één verwekte de twee; de twee verwekte de drie; en de drie verwekte de honderdduizenden dingen.
Er zijn veel typologieën met de drie waarin een spanning wordt gecompenseerd met behulp van een neutraal deel. In de natuur bestaan er drie soorten elementaire deeltjes: de leptonen staan tegenover de quarks en de bosonen brengen als een intermediair de krachten over. Een geestelijke indeling is de heilige drie-eenheid welke in het christendom wordt gepersonifieerd als de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, in het hindoeïsme als Brahma, Vishnu en Shiva en in het Oude Egypte als Isis, Osiris en Horus. Volgens de Duitse filosoof Hegel bestaat de Geest uit de Drie-eenheid: de subjectieve en objectieve Geest die samen de absolute geest vormen waarvoor het mechanisme geldt ‘These + Antithese = Synthese’. Bekend is de indeling van Ernst Kretschmer. Als psychiater onderscheidde hij drie hoofdvormen van krankzinnigheid: de manisch-depressieve psychose, de schizofrenie en de epilepsie. Deze verbond hij aan drie typen lichaamsbouw: de pycnische (rondlijvige), leptosome (dunlijvige) en de atletische lichaamsbouw. In de enneagrammen bestaan er drie type mensen: hoofd, hart, buik. In de westerse astrologie zijn er drie type tekens: het hoofdkruis, het vaste en bewegelijke kruis (extravert, introvert en bewegelijk) en de twaalf dierenriemtekens zijn ook ingedeeld in drie fases: opbouw, instandhouding en verbreiding en dit komt overeen met de jeugd, volwassenheid en ouderdom. De Ayurveda – de Indische gezondheidsleer – stelt dat alle energie bestaat uit drie karakteristieken (dosha): beweging (vata), evenwicht (pitta) en structuur (kapha). Deze drie energieën corresponderen met de drie energieën van de geest: rajas (vata), sattva (pitta), tamas (kapha). Elk wezen heeft bij de geboorte een unieke, volmaakte verdeling van deze drie energiekarakteristieken welke zich uiten in lichaamsbouw, immuunsysteem, karaktertrekken en gedrag. In de politiek werd ten tijde van de Koude Oorlog de wereld verdeeld in drieën: Eerste Wereld (geïndustrialiseerd en kapitalistisch) welke op gespannen voet stond met de Tweede Wereld (communistisch) en het neutrale derde deel – de Derde Wereld – bestond uit de neutrale landen. Alleen de term Derde Wereld is in gebruik gebleven in de betekenis van ontwikkelingslanden.
In de drie zit een beweging welke leidt naar de vier. De Zwitserse psychiater en psycholoog Carl Gustav Jung zei al dat bij drie personen bijna vanzelf een vierde zich zal aansluiten waardoor er een stabiele situatie ontstaat.
De vier elementen vuur, aarde. lucht en water uiten zich in de natuur als energie, materie, informatie en ruimtetijd.
De vier is een dubbele twee (2x2 en 2+2) en de dubbele tegenstelling stabiliseert de vier. De tweevoudige polariteit zit in de vier westerse elementen. Het mannelijke principe bestaat uit de tegengestelde elementen vuur en lucht en het vrouwelijke principe bestaat uit de tegengestelde elementen aarde en water. De vier elementen zijn verbonden met de vier temperamenten: cholerisch (vuur), melancholisch (aarde), sanguinisch (lucht) en flegmatisch (water) en dit komt overeen met de kwaliteiten warm, koud, droog, vochtig en met het willen, doen, denken en voelen. De vier elementen verbind ik met natuurkundige grootheden energie (vuur), materie (aarde), informatie (lucht) en de ruimtetijd (water). Hierbij staat energie tegenover informatie en materie staat tegenover ruimtetijd. De dubbele tegenstelling zien we verder in de vier seizoenen, de vier zangstemmen (bas, tenor, sopraan, alt), de vier windrichtingen (noord, zuid, oost, west), de vier smaken (zoet, bitter, zuur, zout), de vier emoties (blij, bang, boos, berouw). Verder zijn er vier fundamentele natuurkrachten, vier evangeliën (Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes), vier profeten (Jesaja, Jeremia, Daniël, Ezechiël), vier aartsengelen (Rafaël, Michaël, Gabriel, Uriël), vier jaargetijden, vier dagdelen (ochtend, middag, avond, nacht), vier rekenwijzen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen) en vier dimensies (drie ruimtedimensies en de tijd).
De karakters van de vier elementen kunnen we verbinden met een filosofische stroming. Een vurige doctrine is het vitalisme. Hierin stelt men dat het leven niet alleen als een machine kan worden verklaard, maar dat een onstoffelijke ‘vonk’ van levensenergie de eerste aanzet geeft. Een aardse stroming is het realisme of de leer van Aristoteles. Volgens Aristoteles kan alleen de aardse stoffelijke ervaring tot inzicht leiden. Een luchtige stroming is de ideeënleer van Plato. Onze wereld zou volgens Plato een afspiegeling zijn van perfecte ideeën. De uiterlijke objecten zijn imperfecte aftreksels van een hogere mentale wereld. De filosofische stromingen waarin het water de hoofdrol speelt benadrukken dat alleen het bewustzijn eeuwig is en de rest is slechts illusie. Al dit soort filosofische stromingen richten zich op één element waarmee het blikveld tot een kwart wordt vernauwd en hierbij moeten we ook nog bedenken dat de vier elementen op zichzelf al een beperkte zienswijze bieden op de wereld.
De vijf oosterse elementen
Plato beschreef als eerste de vijf regelmatige veelvlakken: tetraëder of viervlak, hexaëder of kubus, octaëder of achtvlak, dodecaëder of twaalfvlak en icosaëder of twintigvlak. Dit zijn vormen met waarvan de hoekpunten steeds dezelfde afstand hebben tot het middelpunt en vlakken van het oppervlak – driehoeken, vierkanten of vijfhoeken – zijn identiek. Euclides bewees dat dit de enige mogelijke regelmatige veelvlakken waren.
Kepler plaatste de vijf veelvlakken in goedpassende bollen en ontdekte dat als hij deze bollen op een bepaalde manier als matroesjka’s in elkaar plaatste, dat de grootte van de bollen overeenkwam met de omloopbanen van de planeten. De buitenste bol is van de kubus en komt overeen met de baan van Saturnus. Naar binnen toe volgen dan het viervlak met Jupiter, het twaalfvlak met Mars, het twintigvlak met de Aarde, het achtvlak met Venus en de bol die in het achtvlak past, komt overeen met de baan van Mercurius.
Bij de vijf worden de verhoudingen complexer en dat wordt duidelijk als ik ga tellen in de dimensies: 0 dimensies is een punt, 1 dimensie is een lijn, twee dimensies is een plat vlak, drie dimensies is een ruimtelijk object en de vierde dimensie voegt hier de tijd aan toe. Wij leven in onze vierdimensionale wereld en geen enkel mens kan zich een voorstelling maken hoe hier een vijfde – en nog hogere dimensies – in kan bestaan. Wiskundigen kunnen wel rekenen met meer dimensies en natuurkundigen gebruiken extra dimensies in hun modellen om verschijnselen te kunnen verklaren.
Van de vier naar de vijf is een sprong in een hogere wereld. Onze hele bekende wereld komt bij de vijf in het centrum te staan waarbuiten nog vier andere werelden bestaan óf onze hele bekende wereld bestaat er vier dimensies en daarnaast bestaat er nog een geheimzinnige vijfde dimensie.
Als we dit betrekken op ons dagelijks leven, dan begint bij een vijftal de groepsdynamiek met een gelaagdheid en hiërarchie – denk aan de piramide van Maslow. Het geheel wordt bij de vijf moeilijker om te overzien en hierom gaat het perspectief een rol spelen.
De vijf kan op twee manieren worden begrepen: als 4+1 of 2+3. In de typologie van 4+1 wordt een vijfde element als een neutraal deel in het midden van de twee tegenstellingen geplaatst. Het vijfde element heeft in dit geval dan geen tegenpool. De Grieken noemden dit vijfde element ‘ether’. De vijf als een 4+1 zien we terug in de vier vingers plus de duim en vijf zintuigen waarbij ogen, oren, neus en tong zijn gesitueerd op het hoofd en de tastzintuig verspreid is over het hele lichaam.
De vijf oosterse elementen (vuur, aarde, metaal, water, hout) zijn typologisch gezien opgebouwd uit 2+3: er zit met de twee een tegenstelling in en de drie geeft er een circulaire beweging aan. In de vijfelementenleer zijn deze twee krachten bekend als de cyclus van vernietiging en de cyclus van creatie. In de vijfelementenleer wordt soms ook de typologie van 4+1 gebruikt; dan neemt het oosterse element aarde net zoals ether een neutrale plaats in.
Ook in de Ayurveda komt de indeling van 2+3 terug. De drie dosha’s worden beschouwd als verdichtingen van de vijf elementen en in het menselijk lichaam zetten deze vijf elementen zich om in drie basisenergieën: wind (ether en lucht), gal (vuur) en slijm (aarde en water).
In de zes zit net als bij de vier een evenwicht maar het is geen star evenwicht omdat de zes als 2x3 twee bewegingen in zich verenigd. Dit is voor te stellen als twee driehoeken die gespiegeld aan elkaar zijn; de ene driehoek wijst met de punt naar boven en de ander wijst naar beneden. De driehoek met de naar boven gerichte punt symboliseert de mannelijke beweging van het opstijgen van het leven uit de stof en de driehoek met de punt naar beneden symboliseert de vrouwelijke beweging van de indaling van de geest in de stof. In de Joodse religie is deze dubbele driehoek bekend als het Zegel van Salomo of de Davidsster. Hierin zijn de twee geslachten met elkaar verweven maar ze kunnen niet in elkaar oplossen omdat ze tegengesteld aan elkaar bewegen. De zes wordt dan ook verbonden met het huwelijk.
In de zes zit dus een merkwaardig samengaan van beweging en spanning waarin een afronding zit en tegelijkertijd een drang naar een nieuwe stap. Waar we bij één driehoek de keuze hebben tussen linksom of rechtsom, biedt de zes de mogelijkheden voor beide keuzes: linksom en rechtsom en deze tegengestelde bewegingen heffen elkaar niet op maar spelen op elkaar in wat steeds weer een aanzet geeft tot een nieuw proces.
In het universum zien we deze twee processen in de levenloze en levende natuur. De levenloze natuur beweegt doelloos van orde naar chaos en de levende natuur beweegt doelgericht van chaos naar orde. De twee soorten natuur staan constant in een wisselwerking met elkaar.
De zes is het eerste perfecte getal - een getal dat gelijk is aan de som van zijn echte delers: 1+2+3=6. De eerste vier perfecte getallen die ook bij de Oude Grieken bekend waren zijn 6, 28, 496 en 8128. De perfectie drukt een compleetheid uit en een zestal is een mooi begin van een verzameling. In de natuurkunde onderscheidt men twee verzamelingen met zes elementaire deeltjes: de leptonen en quarks.
De vijf opent ons blikveld naar meer werelden en in de zes komt de verbinding hiermee tot stand. Dit zien we op de schaal van de mensheid bij het concept ‘six degrees of seperation’, in 1927 bedacht door de Hongaarse acteur Frigyes Karinthy. Elke aardbewoner is via zijn sociale netwerk verbonden met andere sociale netwerken en als op die manier het netwerk wordt vergroot dan is een willekeurig persoon met zes vergrotingen verbonden met de hele mensheid.
De drie primaire kleuren rood, groen, blauw vormen samen wit licht en de drie secundaire kleuren cyaan, geel, magenta vor-men ook wit licht. Verder geldt:
rood + cyaan = wit
blauw + geel = wit
groen + magenta = wit
De zes kleuren kunnen we illustreren met de menselijke rela-ties. De primaire relaties zijn vriendschap, liefde en seks en de secundaire relaties zijn hiervan afgeleid:
vriendschap + liefde = maatje
liefde + seks = minnaar
seks + vriendschap = seksvriend
Het ideaal is uiteraard een relatie waarin liefde, vriendschap en seks samenkomen, maar in de systematiek van de zes is dit ideaal kleurloos; in zo’n relatie vloeien twee partners in elkaar en verliezen ze hun eigenheid.
De zes speelt in het begrip van kleuren een belangrijke rol. Voor het licht onderscheidt men de drie primaire kleuren rood, groen en blauw en de secundaire kleuren cyaan, geel en magenta. Opvallend is dat voor de druktechniek dit precies omgekeerd is. In het bovenstaande figuur kunnen we zien hoe de kleuren van het licht elkaar kunnen ‘opheffen’ tot wit licht. De ‘kleur’ wit valt buiten de typologie van de zes. Wit licht is een uitdrukking van de volmaakte één.
Het principe van zes kleuren die elkaar opheffing tot neutraal wit licht blijkt ook goed toepasbaar op het begrip van hoe quarks stabiele verbindingen vormen op basis van kleurneutraliteit. De natuurkundige theorie die de wisselwerking tussen quarks en gluonen beschrijft heeft de naam kwantumchromodynamica (Chromo komt van het Griekse woord voor kleur, chroma, maar het niets echter niets te maken met onze visuele ervaring van kleur).
Een typologie met zes karakters is ontwikkeld door psychiater Wilhelm Reich. Hij onderscheidde zes type defensiesystemen dat een kind ontwikkelt om zich staande te houden en als volwassene wordt dit vaak nog als een masker gebruikt. Men onderscheidt de schizoïde, psychopathische, orale, symbiotische, masochistische en rigide karakterstructuur. Kinderen ontwikkelen alle zes de defensiesystemen maar in bepaalde omstandigheden kan er karakterstructuur gaan overheersen.
De zeven chakra’s zijn in het lichaam concentratiepun-ten van energie.
De zeven kan worden begrepen als de stabiele vier gecombineerd met de bewegelijke drie (4+3) en deze onmogelijke combinatie geeft de zeven iets paradoxaals dat de opmaat is naar de verhoging van de acht. De zeven heeft met de vier een interne regelmaat en met de drie beweegt de zeven naar een hogere orde.
Dit verschijnsel zien we in de octaaf. Elke octaaf is onderverdeeld in acht tonen waarvoor geldt dat de laatste toon in frequentie het dubbele is van de eerste toon van het octaaf. Na zeven tonen (wat hetzelfde is als de noten op een partituur) is de frequentie verdubbeld. De frequentie is een maat voor de energie en dus zit er in de zeven een energetisch ritme. Wie niet is afgestemd op de zeven, loopt buiten de maat en zal daarom vastlopen (in de vier) omdat je niet meebeweegt (de drie) met het natuurlijke ritme van de zeven.
Pythagoras vroeg zich af hoe komt dat we sommige tonen (frequenties) prettig vinden klinken en andere niet. Met een zelfontworpen monochord vond hij onze huidige diatonische toonladder: do re mi fa sol la si do. Deze zeven tonen stemmen overeen met onze natuur, ons wezen. De frequenties resoneren met ‘iets’ in ons en de tussenliggende frequenties klinken vals. Als we die horen, raken we ontstemd. Deze harmonische zevenvoudigheid blijkt overal in de natuur voor te komen, zodat gesproken mag worden van een ‘natuurwet’.
De zeven komt veel terug in maatvoeringen: kledingmaten (XS, S, M, L, XL, XXL, XXXL), het energielabel (A t/m G), de gangbare schoenmaten (voor heren 39 t/m 45). Verder zien we de zeven in het aantal dagen van de week, de zeven hoofdzonden, zeven deugden, zeven schoonheden, de zeven wereldwonderen, de zeven vette en zeven magere jaren, de zeven metalen (koper (Venus), ijzer (Mars), kwikzilver (Mercurius), tin (Jupiter), lood (Saturnus), zilver (Maan) en goud (Zon)) en in ons zonnestelsel zijn de zeven genoemde hemelobjecten met het blote oog zichtbaar.
Er bestaan veel typologieën met zeven karakters en een bekende typologie wordt gebruikt in de traditionele Indiase geneeskunde. Men veronderstelt dat op zes plaatsen op de ruggengraat de levensenergie zich manifesteert als een soort toonhoogte. Zo’n plaats wordt aangeduid als chakra. Het zevende chakra bevindt zich boven het hoofd. De zes chakra’s komen overeen met de verschillende toestanden van het bewustzijn en het zevende chakra hangt samen met de staat van verlichting. De zeven chakra’s worden verbonden met de zeven kleuren van de regenboog.
De idee van zeven ontwikkelingsfases neemt een belangrijke plaats in de antroposofie waar Rudolf Steiner de grondlegger van is. Zijn gedachtegoed bevat een absoluut, allesomvattend en nauwelijks te bevatten model over de mens en zijn plaats in de kosmos. Tijdens zeven fases (Oude Saturnus, Oude Zon, Oude Maan, Aarde (de huidige tijd), Nieuwe Jupiter, Nieuwe Venus, Nieuwe Vulcanus) incarneren zeven soorten wezens (mineralen, planten, dieren, mensen, engelen, aartsengelen, archai) in een andere vorm waardoor ze elkaars eigenschappen overnemen. Wij mensen zitten precies in het midden als het vierde wezen en we leven nu in het vierde tijdperk. Hierom hebben we vier soorten lichamen: fysiek, etherisch, astraal en het ik. In het vierde centrale tijdperk is onze ziel volledig ingedaald in de stof en nu moeten met Christus als voorbeeld weer de weg omhoog zoeken, een proces dat Steiner involutie noemde. Veel antroposofische ideeën over het ontstaan van het zonnestelsel, de evolutie en ontwikkeling van de mens stroken niet met de gangbare wetenschappelijke verklaringen en moeten mijns inziens meer als een zinnebeeld worden gezien van processen in het universum.
Voorbij de zeven passeren we een grens en de acht verbindt een hogere met een lagere wereld. In de acht zit een verheffing van de vier elementen.
Met de acht kunnen de vier basisemoties worden uitgebreid naar acht basisemoties. Als we de vier basisemoties verbinden met één van de vier elementen – vreugde (vuur), woede (aarde), angst (lucht) en verdriet (water) – krijgen we vier extra emoties door de vier elementen als volgt te combineren. Liefde is een combinatie van vreugde en angst (vuur en water), in de verrassing zit vreugde en boosheid (vuur en aarde), walging is een combinatie van woede en angst (aarde en lucht) en bij schaamte speelt angst en verdriet een rol (lucht en water).
De acht persoonlijkheidstypen van Carl Jung
Jung heeft met de acht de eerste moderne typologie van de persoonlijkheid opgesteld. Hij onderkende vier elementaire psychologische functies: denken (lucht), voelen (water), gewaarwording (aarde) en intuïtie (vuur) en deze vier functies combineerde hij met de twee fundamentele houdingen: introversie en extraversie. Door een combinatie van de vier functies met de twee houdingen ontstaan acht persoonlijkheidstypen, bijvoorbeeld een introvert denktype.
Heymans zag in het functioneren van de persoonlijkheid drie dimensies:
1 intensiteit: de energie en de hoeveelheid actie in verhouding tot een motief (x-as).
2 opstandigheid: de sterkte (en de frequentie) van een emotio-nele aandoening in verhouding tot de uitlokkende gebeurtenis (y-as).
3 extravert of introvert functionerend: mate waarin aandoenin-gen, voorvallen of voorstellingen nawerken, in verhouding tot hun belang (z-as).
De Nederlandse psycholoog Gerard Heymans liet zich door Jung inspireren, alleen ging hij niet uit van 4x2 maar van 2x2x2. Heymans onderscheidde drie tegenstellingen: actief versus niet-actief, emotioneel versus niet-emotioneel, primair versus secundair functionerend. Hiermee construeerde hij zijn beroemde Kubus van Heymans: een driedimensionaal persoonlijkheidsmodel met op de hoekpunten de acht meest uitgesproken persoonlijkheidstypen, zoals de cholericus (actief, emotioneel, primair) en de flegmaticus (actief, niet-emotioneel, secundair).
De negen types van de enneagrammen
De acht verdubbelt het platte vlak van de vier waardoor er een kubus ontstaat. In een kubus kunnen we elke ruimtelijke positie definiëren maar er ontbreekt echter nog een centraal ijkpunt. Hier biedt de negen als een 8+1 uitkomst.
De negen is dus een acht met een centrum en lijkt hiermee op de vijf en zeven. De verschillen tussen de vijf, zeven en negen zitten in de manier waarop het centrum is ingesloten. In de vijf zit het centrum in een dubbele spanning (2+1+2) welke wordt doorbroken door de asymmetrie van de 2+3. Bij de zeven zit het centrale deel tussen een dubbele beweging (3+1+3) welke door de asymmetrie van de 3+4 leidt naar een (toon)verhoging of verlaging. De tegenstelling tussen starheid en bewegelijkheid geven de vijf en zeven iets paradoxaals. Bij de negen zit het centrale deel aan weerszijden opgesloten in twee stabiele vieren (4+1+4) maar verder is er geen sprake van asymmetrie omdat de asymmetrie van de 4+5 wordt overtroefd door de symmetrische 3x3. Hierbij streeft de drievoudige beweging niet naar een verdere concretisering; iets dat wel gekenmerkt wordt door de drie die beweegt naar de vier. De negen gaat als laatste cijfer niet zozeer ergens naar toe; het is compleet in zichzelf. De negen staat voor wijding en bezinning. Na de negen volgt er geen ander cijfer maar komt de absolute verhoging met de tien.
9 x 1 = 9 9 x 2 = 18 > 1 + 8 = 9 9 x 3 = 27 > 2 + 7 = 9 9 x 4 = 36 > 3 + 6 = 9 9 x 5 = 45 > 4 + 5 = 9 9 x 6 = 54 > 5 + 4 = 9 9 x 7 = 63 > 6 + 3 = 9 9 x 8 = 72 > 7 + 2 = 9 9 x 9 = 81 > 8 + 1 = 9 1 + 2 + 3 + 4 + 5 + 6 + 7 + 8 + 9 = 45 > 4 + 5 = 9
Rekenkundig keert de negen steeds terug naar zichzelf.
De negen biedt een complete set aan karakters en er bestaan veel typologieën met negen types. De meeste typologieën met negen karakters bestaan uit acht karakters en een neutraal centraal karakter. In de negen-sterren-ki astrologie bestaan er negen karakters waarvan het karakter Aarde 5 een centrale plaats inneemt. In het systeem van de enneagrammen zijn er negen karakters waarin de Vredestichter de centrale plaats inneemt. In ons zonnestelsel zijn er acht planeten plus de Zon die een centrale plaats inneemt. Astrologen kennen eigenschappen toe aan deze negen hemellichamen waarbij de Aarde vervangen wordt door de Maan.
Voor het functioneren van groepen in bedrijven heeft de Britse wetenschapper Meredith Belbin de volgende negen teamrollen geïdentificeerd: uitvoerder, brononderzoeker, monitor, plant, vormer, coördinator, groepswerker, afronder en de specialist. Iedereen heeft twee tot drie van zulke teamrollen die hem goed liggen en daarnaast zijn er meestal twee of drie die je met enige moeite nog wel kunt ‘spelen’. Bij kleinere groepen kan één persoon meerdere rollen tegelijk innemen. Groepen waar een rol onvoldoende is ‘bezet’ zullen minder goed presteren. De negen rollen kunnen als volgt verdeeld worden over de vier elementen:
Er bestaat natuurlijk ook de numerologische typologie met de negen cijfers, maar deze hebben – en dat is opvallend – geen overeenkomsten met de kenmerken die ik in dit artikel aan de getallen geef. Zo is het numerologische type 2 de Intuïtieve Idealist en dit heeft weinig van doen met de hier beschreven dualiteit van de twee.
In de psychologie kent men de theorie van The Big Five welke van oorsprong is gebaseerd op de Amerikaanse taal. De dimensies zijn herleid naar het gebruik van alle bijvoeglijk naamwoorden waarmee proefpersonen het karakter van een voor hen bekende persoon beschreven. In de theorie veronderstelt men dat er vier persoonlijkheidsdimensies bestaan welke een tegenstelling hebben: extraversie tegenover introversie, goedaardig tegenover kwaadaardig, zorgvuldigheid tegenover laksheid, emotionele stabiliteit tegenover neuroticisme. Samen zijn dit acht uitersten van een karakter. De vijfde dimensie is openheid voor ervaringen of creativiteit en deze dimensie heeft geen tegenpool.
De kabbalistische levensboom met de tien sefirot. Daath is het geheimzinnige elfde sefirot.
In het decimale stelsel is de tien een verhoogde één waarin de absolute nul en de absolute één zijn samengevoegd. In de tien zitten – als opvolger van de negen - ook nog eens alle cijfers opgenomen. De Pythagoreeërs beschouwden de tien als het belangrijkste getal dat alle harmonische en rekenkundige verhoudingen omvat. Dat de som 1+2+3+4 tien oplevert bevestigt de perfectie van de tien.
De tien vingers waarmee wij tellen vormen ongetwijfeld de basis van het tientallig talstelsel. Sommige volkeren zoals de Maya’s gebruikten het twintigtallig stelsel door waarschijnlijk ook met de tenen te tellen.
De tien wordt gebruikt in de kabbala. Dit Joods religieus filosofisch systeem beweert inzicht te geven in de goddelijke natuur. De meeste vormen van de kabbala leren, dat iedere letter, ieder woord, getal en accent van de Tenach (de Bijbel van het Jodendom) een verborgen betekenis bevat. Het hele universum wordt voorgesteld als een levensboom met tien sefirot (attributen) waarmee God de wereld heeft geschapen en waardoor hij zich manifesteert. De kabbala is een complex systeem met een geheimzinnig karakter.
Binnen het decimale talstelsel hebben de getallen veel verbazingwekkende wetmatigheden. Hieronder is er een weergegeven.
1 x 8 + 1 = 9 12 x 8 + 2 = 98 123 x 8 + 3 = 987 1234 x 8 + 4 = 9876 12345 x 8 + 5 = 98765 123456 x 8 + 6 = 987654 1234567 x 8 + 7 = 9876543 12345678 x 8 + 8 = 98765432 123456789 x 8 + 9 = 987654321
De elf verlaat het perfecte tiental maar kan toch het systeem van de tien handhaven door er een joker als een soort buitenstaander aan toe te voegen. Een sportief elftal bestaat uit tien veldspelers plus een afwijkende doelman. De kabbala kent het geheimzinnige elfde sefira welke in tegenstelling tot de andere tien sefirot geen inhoud heeft maar tegelijkertijd ook alle tien sefirot kan vertegenwoordigen.
De verhoging van tien naar de elf komt terug in de snaartheorie waarmee in de theoretische natuurkunde ons hele universum wiskundig wordt beschreven. Er bestaan vijf snaartheorieën welke allemaal het universum modelleren met tien dimensies. Het probleem is dat niemand weet wat de juiste variant is. De Amerikaanse wiskundig natuurkundige Edward Witten kon met zijn M-theorie deze vijf varianten theoretisch samenbrengen door er een elfde dimensie aan toe te voegen. In de elf dimensies zijn de verschillende tiendimensionale snaartheorieën in wezen hetzelfde. Elke snaar wordt voorgesteld als een eendimensionale trilling welke in wisselwerking staat met andere snaren en op die manier deeltjes en krachten beschrijven. In de elfde dimensie zijn de eendimensionale snaren doorsneden van tweedimensionale membranen. De M van het woord ‘M-thoerie’ zou dan ook voor ‘membraan’ kunnen staan, hoewel Witten zelf hier uitermate vaag over is. Andere fysici opperden dat de ‘M’ wellicht Mysterieus, Magisch, Matrix of Moeder zou kunnen betekenen. Of de elf dimensies allemaal fysiek een betekenis hebben, weet niemand. Met Wittens veelgeroemde M-thoerie rekenen is een nachtmerrie.
Omdat de elf de perfectie van de tien heeft verlaten, is de elf een zot getal. Alleen dwazen overschrijden de perfecte tien. De elf speelt een belangrijke rol tijdens het carnaval. Er is een Raad van Elf, die jaarlijks voor het eerst vergadert op 11-11 om 11.11 uur (‘s avonds). De carnavalskreet Alaaf! zou een verbastering zijn van elf.
De twaalf westerse dierenriemtekens
De twaalf kan als het sluitstuk van de typologische karakters worden beschouwd. In de christelijke leer zijn de drie en vier heilige getallen en het product (4x3) is extra heilig. Numerologisch is de twaalf als het product van 4x3 een stabiele beweging en daarom bij uitstek een getal voor cycli. De tijd delen we in twaalf uren en twaalf maanden. Ook de twaalftallen 24 en 60 zien we in de tijdmeting. De 60 is hierbij afkomstig van de Soemeriërs en Babyloniërs die een zestigtallig stelsel gebruikten, wat ook nog altijd naklinkt in de hoekmeting. Tellen in het zestigtallige stelsel kan met de vijf vingers van één hand en twaalf vingerkootjes van de andere hand.
Vroeger werd er met de twaalf ook echt gerekend. Het twaalftallig stelsel stamt waarschijnlijk uit Mesopotamië en het wordt nog in sommige streken van Oost-Afrika gebruikt door met de duim de 12 vingerkootjes van de overige vingers op een hand te tellen. De restanten van het twaalftallig stelsel vinden we terug in de begrippen dozijn en gros. In het Verenigd Koninkrijk, met inbegrip van de koloniën, werd tot aan de munthervorming van 1971 gewerkt met een twaalftallig stelsel voor de onderverdeling van de shilling in 12 pence. Zo was een halve shilling 6 pence. Vandaar de muntstukjes van 3 en van 6 pence. Het twaalftallig stelsel was eenvoudig voor hoofdrekenaars en voor het verpakken van materialen ideaal omdat een dozijn deelbaar is door 2, 3, 4 en 6. Het getal 10 is in ons decimale stelsel slechts deelbaar is door twee getallen, namelijk 2 en 5.
In ons decimale stelsel is de negen het laatste cijfer maar voor de typologieën tel ik door tot de twaalf. In de twaalf komen alle voorgaande getallen samen: twaalf is deelbaar door 1, 2, 3, 4 en 6 en de som van de paradoxale vijf en zeven (5+7) heeft als uitkomst twaalf.
De typologie van de twaalf komt terug in de astrologie als de twaalf sterrenbeelden. Alle delers van de twaalf (2, 3, 4, 6) worden in de astrologie gebruikt als de zes mannelijke en vrouwelijk tekens, drie kruizen, drie fases en vier elementen. Bijvoorbeeld: ram is een mannelijk opbouwteken van het hoofdkruis met het element vuur. Ook in de Chinese astrologie zijn de twaalf dierentekens verbonden met vier oosterse elementen (aan het centrale element aarde zijn geen dierentekens verbonden).
Verder kennen we de twaalf apostelen, de twaalf ridders van de Ronde Tafel, de twaalf volkeren van Israël en de twaalf Olympische goden. De toonladder welke in de westerse muziek wordt gebruikt, bestaat uit twaalf tonen per octaaf (zeven hele tonen en vijf halve tonen).
De perfecte twaalf herken ik ook in de twaalf entiteiten van ons zonnestelsel. In de astrologie worden deze verbonden met één van de twaalf dierenriemtekens en hier geef ik mijn invulling: Zon (leeuw), Mercurius (tweelingen), Venus (stier), Aarde (kreeft), Mars (ram), de planetoïdengordel waar Ceres toebehoort (maagd), Jupiter (boogschutter), Saturnus (steenbok), Uranus (waterman), Neptunus (vissen), de Kuipergordel waar Pluto toebehoort (schorpioen) en de Oortwolk (weegschaal) waar mogelijk een begeleider van de Zon – de dwergster Nemesis – zich schuilhoudt. Van deze twaalf entiteiten hebben er acht de status van een planeet en samen met de Zon zijn dat negen (8+1) grote hemellichamen. De asteroïdengordel, Kuipergordel en Oortwolk horen bij het zonnestelsel maar hebben zich niet kunnen ontwikkelen tot planeten.
Alle beschreven twaalftallen kunnen we niet begrijpen als een 10+2 of als een 6x2. Met recht hebben alle getallen tot en met twaalf eigen namen en vanaf de dertien zijn de namen samengesteld (bijvoorbeeld 15: vijf-tien).
De dertien verlaat de harmonie van de twaalf wat het getal dertien de reputatie van ongeluksgetal oplevert. Jezus gebruikte het laatste avondmaal met zijn twaalf leerlingen, waarbij ze met zijn dertienen aan tafel zaten. Het liep dan ook slecht af met Jezus en Judas. Ook de vlucht van de Apollo-13-raket verliep bijna noodlottig. Heel veel hoge gebouwen kennen geen dertiende verdieping en in hotels is het niet ongewoon dat kamernummer dertien ontbreekt. Bij de coven (samenkomst) van de twaalf heksen zou de duivel als dertiende lid aanwezig zijn. Het getal dertien heet dan ook wel het duivelsdozijn.
De typologieën hoger dan de twaalf zijn in de regel verfijningen van de beschreven typologieën. Sommige getallen hebben een bijzondere betekenis, zoals we bij de dertien zagen maar er bestaat geen typologie met de dertien, veertien of vijftien.
De zestien persoonlijkheidstypen van Jung toegepast op de karakters van de Lord of the Rings.
Als we verder tellen, is de zestien een interessant getal. Met de zestien kunnen we een verdeling maken in de vier elementen door elk element opnieuw onder te verdelen in vier elementen. Hiermee hebben de energie (vuur), materie (aarde), informatie (lucht) en de ruimtetijd (water) een energetisch, stoffelijk, informatief en ruimtelijk tijdsaspect. Materie bijvoorbeeld (element aarde) bezit energie, informatie en neemt ruimte in en bestaat in de tijd.
In de psychologie kwam Raymond Cattell tot zestien persoonlijkheidstypen door uit 18000 Engelse persoonlijkheidsbeschrijvende woorden de opzichzelfstaande eigenschappen te selecteren. Op deze manier vond hij 170 opzichzelfstaande omschrijvingen. Hierna liet hij mensen een vragenlijst invullen over elk van de 170 trekken en keek welke hiervan het meest met elkaar correleerden. Zo kwam hij uit op zestien wezenlijke persoonlijkheid eigenschappen: sociaal, intelligent, vrolijk, dominant, ontspannen, radicaal, zelfgedisciplineerd, onafhankelijk, emotioneel stabiel, consciëntieus, timide, gevoelig, naïef, praktisch, schuldgevoel en vertrouwelijk. Deze dimensies hebben allen twee tegengestelde uitersten. Hiermee creëerde hij een vragenlijst om deze trekken te meten. Deze vragenlijst wordt tegenwoordig nog steeds gebruikt, hoewel de Big Five tegenwoordig de voorkeur heeft.
Een ander systeem dat is gebaseerd op zestien types is ontwikkeld door Carl Jung. Hij ging ervan uit dat mensen voorkeuren hebben op de volgende vier gebieden: energie, aandacht, beslissingen en leven. Elk gebied heeft twee uitersten waarmee er zestien types ontstaan. De voorkeuren voor energie bestaan uit een schaal met aan de ene kant mensen die energie putten uit hun omgeving en aan de andere kant mensen die energie halen uit hun innerlijke wereld. De voorkeuren voor de aandacht liggen uiteen tussen aandacht voor zaken die via de zintuigen uit de omgeving komen en aan de andere kant aandacht voor je intuïtie. De twee uitersten voor de beslissingsvoorkeuren zijn het nemen van logische beslissingen op basis van gestructureerde informatie en persoonlijke beslissingen nemen op basis van een afweging van principes. Voor het leven zag Jung dat mensen een voorkeur kunnen hebben voor een gepland en georganiseerd leven of de voorkeur voor een spontaan en flexibel leven. Wanneer deze voorkeuren worden gecombineerd ontstaan er zestien typen.
De 22 Grote Arcanakaarten van de tarot. De Dwaas heeft de getalwaarde 0 en de Grote Arcanakaarten 1 t/m 21 kunnen worden verdeeld over drie fases met zeven kaarten. Wanneer we ons een cirkel voorstellen met een straal van 7 eenheden, dan is de omtrek nagenoeg gelijk aan 22 eenheden (7 x π).
Een volgend belangrijk getal in de typologie is 22. In de (gewone) numerologie zijn alle getallen met dubbele cijfers Meestergetallen: 11, 22, 33, 44, 55, 66, 77, 88 en 99. In principe hebben de Meestergetallen dezelfde betekenis als de enkelvoudige cijfers maar er zit in een Meestergetal meer spirituele diepgang.
In de getallensymboliek staat het getal 22 symbool voor het lijden. In de Bijbel is Jozef vanaf het moment dat hij door zijn broers werd verkocht 22 jaar gescheiden geweest van zijn vader en broers. Psalm 22 is de lijdenspsalm. Het Meestergetal 22 wordt aangeduid als De gewonde genezer.
Het Hebreeuwse alfabet - wat van oorsprong geen klinkers kent - heeft 22 medeklinkers. Ook ons Latijnse alfabet zou met 22 tekens volledig kunnen zijn omdat de c, q, x en y overbodig zijn. In de christelijke tradities bestaat er in tegenstelling tot de kabbala of runen, geen leer die een betekenis geeft aan de letters.
De 22 speelt een rol in de tarot. De tarotkaarten zijn ingedeeld in de 22 Troefkaarten welke de Grote Arcana wordt genoemd en 56 kaarten - die vergelijkbaar zijn met de gewone speelkaarten - welke de Kleine Arcana wordt genaamd. De Grote Arcana bestaat uit 21 kaarten met romeinse getallen I t/m XXI en De Dwaas met het getal 0. Op de 22 kaarten staan afbeeldingen die archetypen voorstellen. Volgens Carl Jung zijn archetypen beelden en gedragsmogelijkheden die in ons collectieve onbewuste zijn opgeslagen; ze worden symbolisch uitgedrukt in godsdiensten, volksverhalen, mythen, sprookjes en ook in de tarotkaarten. De 22 kaarten van de Grote Arcana kunnen worden gezien als de belangrijkste fases in de levensweg van de mens en de kaarten van de Kleine Arcana betreffen de kleinere levenslessen die op een bepaald moment van belang zijn.
De 24 runen en bij het moderne runenorakel heeft men nog een 25ste blanco steen toegevoegd.
Een typologie met 24 karakters is de runen. Het runenschrift (kortweg runen) is het oudst bekende schrift dat werd gebruikt door de Germaanse volkeren van Noord-Europa, Groot-Brittannië, Scandinavië en IJsland. Er bestaan verschillende soorten runenschriften met een verschillend aantal letters. De bekendste is het oudere Futhark met 24 runentekens of runstaven. Het jongere Futhark met 16 runstaven werd door de Vikingen gebruikt. Het Anglo-Saksisiche runenschrift groeide uit tot 33 runstaven.
Elke letter had in de runen naast een functie in het schrift ook een betekenis. Op deze wijze worden de 24 runentekens tegenwoordig nog gebruikt als een orakel. Hierbij hebben 16 van de 24 runentekens een tweede afwijkende betekenis wanneer deze ondersteboven worden geworpen. In totaal zijn er dus veertig verschillende duidingen bij een vraag.
In de getallensymboliek is veertig trouwens het getal van de beproeving. De Joden trokken veertig jaar door de woestijn op weg naar het beloofde land. Mozes, Elia en Jezus vastten elk veertig dagen lang. De christelijke vasten - de veertigdagentijd - is een navolging van de veertig dagen die Jezus in de woestijn doorbracht.
De vedische astrologie met de twaalf dierenriemtekens en 27 maantekens (buitenste ring).
Een typologie met de 27 is afgeleid van de tijdsduur dat Maan om de Aarde draait. Deze beweging duurt 27,3 Aardse dagen. In de astrologie van de Maan worden 27 maandagen verbonden met een karakter. De Maan staat 24 uur en 18 minuten in ieder van deze Maantekens. Duizenden jaren geleden werden met deze 27 tekens horoscopen opgesteld maar later gingen de astrologen meer waarde hechten aan het Zonnejaar dat werd verdeeld in twaalf sterrenbeelden. De 27 Maantekens worden nog gebruikt in de Vedische astrologie. De 27 tekens komen dus voort uit een combinatie van de Aardse dagen en draaiing van de Maan om de Aarde maar de duur dat de Maan in een teken staat is niet gelijk aan de duur van de dag (18 minuten verschil). Deze hybride typologie met de 27 tekens komt nogal gekunsteld over.
De opbouw van de 64 hexagrammen bij de I Tjing. De acht trigrammen zijn met kleuren weergegeven.
Een elegante typologie met 64 duidingen is de I Tjing. Dit duizenden jaren oude Chinese orakel werkt een beetje als een 6-bits computer. Tijdens een raadpleging wordt zes keer met drie muntjes geworpen en uit de uitkomsten worden zes lijnen geconstrueerd (een hexagram) waarbij elke lijn de waarde yin of yang heeft. Het aantal mogelijkheden (2x2x2x2x2x2) is 64. Drie lijnen noemt men een trigram. Er zijn 8 (2x2x2) verschillende trigrammen en deze hebben een naam en betekenis. Door deze bouwstenen van de I Tjing te combineren – bv. Berg boven Hemel – zijn de 64 antwoorden opgesteld.
Alle typologieën duiden een frequentie van de levensenergie. Iedereen heeft zo zijn eigen voorkeuren voor een typologie en ook in de samenleving zijn er voorkeuren. Zo ging men in het Westen van oudsher uit van vier elementen en het Oosten van vijf elementen. De realiteit is een kakofonie van frequenties en dat maakt de realiteit zeer complex. Elke typologie is altijd een beperkte beschrijving van de werkelijkheid. Desalniettemin kan het betekenisvol zijn om een verschijnsel met een bepaalde typologie te duiden. Soms is een simpele verdeling met twee, drie of vier veelzeggend en soms is een meer gedifferentieerde duiding met negen of twaalf karakters waardevol.
Jeroen Visbeek, januari 2016
Dit beleid bevat informatie over uw privacy. Door te posten, verklaart u dat u dit beleid begrijpt:
Dit beleid kan op elk moment en zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Deze algemene voorwaarden bevatten regels over het plaatsen van opmerkingen. Door een beoordeling te plaatsen, verklaart u akkoord te gaan met deze regels:
Als u zich niet aan deze regels houdt, kan dit ertoe leiden dat u wordt uitgesloten van het plaatsen van verdere beoorldeingen.
Deze algemene voorwaarden kunnen op elk moment en zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Beoorldeingen